Betekenis van het woord rise in het Nederlands

Wat betekent rise in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

rise

US /raɪz/
UK /raɪz/
"rise" picture

Werkwoord

1.

rijzen, stijgen, opgaan

move from a lower position to a higher one; come or go up

Voorbeeld:
The sun began to rise over the mountains.
De zon begon te rijzen boven de bergen.
She watched the hot air balloon rise into the sky.
Ze keek hoe de heteluchtballon de lucht insteeg.
2.

stijgen, toenemen, oplopen

increase in number, amount, or intensity

Voorbeeld:
Prices are expected to rise next month.
De prijzen zullen naar verwachting volgende maand stijgen.
The temperature began to rise rapidly.
De temperatuur begon snel te stijgen.
3.

opstaan, oprijzen, verrijzen

get up from a lying, sitting, or kneeling position

Voorbeeld:
He had to rise early for his flight.
Hij moest vroeg opstaan voor zijn vlucht.
Please rise when the judge enters the courtroom.
Gelieve op te staan wanneer de rechter de rechtszaal binnenkomt.

Zelfstandig Naamwoord

1.

stijging, opkomst, verhoging

an act of moving upward; an ascent

Voorbeeld:
The hot air balloon made a slow rise into the sky.
De heteluchtballon maakte een langzame stijging de lucht in.
There was a sudden rise in the water level.
Er was een plotselinge stijging van het waterpeil.
2.

helling, heuvel, verhoging

an upward slope or hill

Voorbeeld:
The car struggled to get up the steep rise.
De auto had moeite om de steile helling op te komen.
From the top of the rise, we could see the whole valley.
Vanaf de top van de heuvel konden we de hele vallei zien.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: