drop

US /drɑːp/
UK /drɑːp/
"drop" picture
1.

druppel

a small spherical or pear-shaped portion of liquid that hangs or falls or adheres to a surface

:
•
A drop of rain fell on my nose.
Een druppel regen viel op mijn neus.
•
Add a few drops of oil to the pan.
Voeg een paar druppels olie toe aan de pan.
:
dripglobulebead
2.

daling, val

a fall or descent

:
•
There was a sudden drop in temperature.
Er was een plotselinge daling van de temperatuur.
•
The stock market experienced a sharp drop.
De aandelenmarkt kende een scherpe daling.
:
declinefalldescentplungedip
1.

laten vallen, neerlaten

let or make (something) fall vertically

:
•
He accidentally dropped his phone.
Hij liet per ongeluk zijn telefoon vallen.
•
Please don't drop the vase.
Laat de vaas alsjeblieft niet vallen.
:
let fallreleaselowerdeposit
2.

dalen, zakken

fall or sink to a lower level

:
•
The temperature will drop significantly tonight.
De temperatuur zal vannacht aanzienlijk dalen.
•
His voice dropped to a whisper.
Zijn stem zakte tot een fluistering.
:
fallsinkdescendplummetdip
3.

laten vallen, afzien van

stop dealing with or discussing (something)

:
•
Let's drop the subject.
Laten we het onderwerp laten vallen.
•
I decided to drop the charges against him.
Ik besloot de aanklachten tegen hem te laten vallen.
:
abandondiscontinueceasequitgive up
:
dropsdrop bydrop indrop outdrop offdrop backdrop kick