rise and shine
US /raɪz ænd ʃaɪn/
UK /raɪz ænd ʃaɪn/

1.
opstaan en stralen, wakker worden
used to tell someone to wake up and get out of bed
:
•
Come on, kids, rise and shine! It's time for breakfast.
Kom op, kinderen, opstaan en stralen! Het is tijd voor het ontbijt.
•
Every morning, my mom would say, 'Rise and shine, sleepyhead!'
Elke ochtend zei mijn moeder: 'Opstaan en stralen, slaapkop!'