grow
US /ɡroʊ/
UK /ɡroʊ/

1.
groeien, toenemen
to increase in size, amount, or degree
:
•
The company's profits continue to grow.
De winst van het bedrijf blijft groeien.
•
The population of the city is expected to grow rapidly.
De bevolking van de stad zal naar verwachting snel groeien.
2.