get up

US /ɡet ˈʌp/
UK /ɡet ˈʌp/
"get up" picture
1.

opstaan

to rise from bed after sleeping

:
I usually get up at 7 AM on weekdays.
Ik sta meestal om 7 uur 's ochtends op op weekdagen.
She found it hard to get up early after a late night.
Ze vond het moeilijk om vroeg op te staan na een late avond.
2.

opstaan

to stand up

:
Please get up when your name is called.
Gelieve op te staan wanneer uw naam wordt geroepen.
He tried to get up from the chair but his leg was numb.
Hij probeerde op te staan van de stoel, maar zijn been was gevoelloos.
3.

opzetten, regelen

to organize or arrange something

:
We need to get up a petition to protest the new policy.
We moeten een petitie opzetten om te protesteren tegen het nieuwe beleid.
Can you help me get up a display for the exhibition?
Kun je me helpen een display op te zetten voor de tentoonstelling?