lie down
US /laɪ daʊn/
UK /laɪ daʊn/

1.
gaan liggen, neerleggen
to put your body in a horizontal position, usually on a bed or other surface
:
•
I need to lie down for a bit, I'm feeling tired.
Ik moet even gaan liggen, ik voel me moe.
•
The doctor told him to lie down and rest.
De dokter zei dat hij moest gaan liggen en rusten.
2.
zich neerleggen bij, opgeven
to accept a difficult or unpleasant situation without fighting against it
:
•
He refused to just lie down and let them win.
Hij weigerde gewoon zich neer te leggen en hen te laten winnen.
•
We can't just lie down and accept these unfair terms.
We kunnen niet zomaar ons neerleggen bij deze oneerlijke voorwaarden.