Betekenis van het woord run in het Nederlands

Wat betekent run in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

run

US /rʌn/
UK /rʌn/
"run" picture

Werkwoord

1.

rennen, lopen

move at a speed faster than walking, never having both or all feet on the ground at the same time

Voorbeeld:
She decided to run a marathon next year.
Ze besloot volgend jaar een marathon te rennen.
The children ran around the park.
De kinderen renden door het park.
2.

werken, functioneren

operate or function

Voorbeeld:
The machine doesn't run without power.
De machine werkt niet zonder stroom.
How long does the train run?
Hoe lang rijdt de trein?
3.

leiden, besturen

manage or control (a business, organization, or activity)

Voorbeeld:
She decided to run her own business.
Ze besloot haar eigen bedrijf te runnen.
He's been running the department for five years.
Hij leidt de afdeling al vijf jaar.

Zelfstandig Naamwoord

1.

loop, ren

an act or spell of running

Voorbeeld:
He went for a quick run in the morning.
Hij ging 's ochtends een snelle loop doen.
The dog enjoyed its daily run in the park.
De hond genoot van zijn dagelijkse loopje in het park.
2.

periode, reeks

a continuous period of something, typically an operation or process

Voorbeeld:
The play had a successful run on Broadway.
Het toneelstuk had een succesvolle reeks op Broadway.
The factory had a long run of production without issues.
De fabriek had een lange productieperiode zonder problemen.
Leer dit woord op Lingoland