manage

US /ˈmæn.ədʒ/
UK /ˈmæn.ədʒ/
"manage" picture
1.

beheren, leiden

be in charge of (a company, establishment, or undertaking); administer; run

:
She manages a team of ten employees.
Zij beheert een team van tien medewerkers.
He was hired to manage the new project.
Hij werd aangenomen om het nieuwe project te beheren.
2.

redden, lukken

succeed in doing or dealing with something, especially something difficult

:
How do you manage to work full-time and study?
Hoe lukt het je om fulltime te werken en te studeren?
I think I can manage on my own.
Ik denk dat ik het zelf wel red.