Betekenis van het woord hit in het Nederlands

Wat betekent hit in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

hit

US /hɪt/
UK /hɪt/
"hit" picture

Werkwoord

1.

slaan, raken

strike (someone or something) with a blow or missile

Voorbeeld:
He accidentally hit his thumb with a hammer.
Hij sloeg per ongeluk zijn duim met een hamer.
The ball hit the window and broke it.
De bal raakte het raam en brak het.
2.

treffen, schaden

cause harm or damage to

Voorbeeld:
The drought has hit the crops hard.
De droogte heeft de gewassen hard getroffen.
The new policy will hit small businesses the hardest.
Het nieuwe beleid zal kleine bedrijven het hardst treffen.
3.

bereiken, halen

reach (a particular level or amount)

Voorbeeld:
Sales are expected to hit record highs this quarter.
De verkoop zal naar verwachting dit kwartaal recordhoogtes bereiken.
The temperature is expected to hit 30 degrees Celsius tomorrow.
De temperatuur zal naar verwachting morgen 30 graden Celsius bereiken.

Zelfstandig Naamwoord

1.

slag, treffer

a blow or stroke

Voorbeeld:
He delivered a powerful hit to the ball.
Hij gaf een krachtige slag tegen de bal.
The boxer landed a clean hit on his opponent.
De bokser landde een zuivere treffer op zijn tegenstander.
2.

hit, succes

a successful song, movie, or show

Voorbeeld:
Her new song is a big hit.
Haar nieuwe nummer is een grote hit.
The movie was a box office hit.
De film was een kaskraker.
Leer dit woord op Lingoland