Betekenis van het woord strike in het Nederlands

Wat betekent strike in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

strike

US /straɪk/
UK /straɪk/
"strike" picture

Werkwoord

1.

slaan, treffen

hit forcibly and deliberately with one's hand or a weapon or other implement

Voorbeeld:
He raised his hand to strike the ball.
Hij hief zijn hand op om de bal te slaan.
The clock began to strike midnight.
De klok begon middernacht te slaan.
2.

staken

refuse to work as a form of organized protest, typically in an attempt to obtain concessions from their employer

Voorbeeld:
The workers decided to strike for higher wages.
De arbeiders besloten te staken voor hogere lonen.
The union threatened to strike if their demands were not met.
De vakbond dreigde te staken als hun eisen niet werden ingewilligd.
3.

aanval, slag

a sudden, dramatic, and successful military attack

Voorbeeld:
The air force launched a precision strike against the enemy.
De luchtmacht lanceerde een precisie-aanval tegen de vijand.
The government authorized a retaliatory strike.
De regering gaf toestemming voor een vergeldingsaanval.

Zelfstandig Naamwoord

1.

staking

a refusal to work organized by a body of employees as a form of protest, typically in an attempt to gain concessions from their employer

Voorbeeld:
The union called for a general strike.
De vakbond riep op tot een algemene staking.
The transport workers are planning a 24-hour strike.
De transportarbeiders plannen een 24-uurs staking.
2.

slag, aanval

a sudden, powerful, and often damaging blow or attack

Voorbeeld:
The lightning strike caused a power outage.
De blikseminslag veroorzaakte een stroomstoring.
The military launched a preemptive strike.
Het leger lanceerde een preventieve aanval.
Leer dit woord op Lingoland