Betekenis van het woord fit in het Nederlands

Wat betekent fit in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

fit

US /fɪt/
UK /fɪt/
"fit" picture

Werkwoord

1.

passen, zitten

be of the right shape and size for

Voorbeeld:
These shoes fit perfectly.
Deze schoenen passen perfect.
Does this jacket still fit you?
Past deze jas je nog steeds?
2.

passen bij, overeenkomen met

be suitable for or to

Voorbeeld:
This description doesn't fit the facts.
Deze beschrijving past niet bij de feiten.
His behavior doesn't fit his reputation.
Zijn gedrag past niet bij zijn reputatie.
3.

passen, monteren

put or insert (something) into a space or container

Voorbeeld:
Can you fit all these books into one box?
Kun je al deze boeken in één doos passen?
We need to fit a new lock on the door.
We moeten een nieuw slot op de deur monteren.

Zelfstandig Naamwoord

1.

pasvorm, passing

the way in which something fits

Voorbeeld:
The dress has a good fit.
De jurk heeft een goede pasvorm.
Check the fit of the new component.
Controleer de pasvorm van het nieuwe onderdeel.
2.

aanval, bui

a sudden violent attack of a disease or a sudden period of uncontrolled activity

Voorbeeld:
He had a sudden fit of coughing.
Hij kreeg een plotselinge hoestbui.
The child threw a temper fit.
Het kind kreeg een driftbui.

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

fit, in vorm

in good health, especially because of regular physical exercise

Voorbeeld:
She stays fit by running every day.
Ze blijft fit door elke dag te rennen.
He's very fit for his age.
Hij is erg fit voor zijn leeftijd.
2.

geschikt, passend

suitable or appropriate for a particular purpose or occasion

Voorbeeld:
Is this movie fit for children?
Is deze film geschikt voor kinderen?
He's not fit to be a leader.
Hij is niet geschikt om leider te zijn.
Leer dit woord op Lingoland