Betekenis van het woord present in het Nederlands
Wat betekent present in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
present
US /ˈprez.ənt/
UK /ˈprez.ənt/
Zelfstandig Naamwoord
1.
2.
heden, nu
the period of time now occurring
Voorbeeld:
•
Let's focus on the present moment.
Laten we ons richten op het huidige moment.
•
The past is gone, the future is uncertain, only the present is real.
Het verleden is voorbij, de toekomst is onzeker, alleen het heden is echt.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
aanwezig, huidig
in existence or occurring now; current
Voorbeeld:
•
All members were present at the meeting.
Alle leden waren aanwezig op de vergadering.
•
The document contains all the present information.
Het document bevat alle huidige informatie.
Werkwoord
1.
presenteren, aanbieden, geven
to give, hand over, or show something
Voorbeeld:
•
Please present your ticket at the entrance.
Gelieve uw ticket bij de ingang te tonen.
•
The company will present its new product next month.
Het bedrijf zal volgende maand zijn nieuwe product presenteren.
Leer dit woord op Lingoland