Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord show in het Nederlands

Wat betekent show in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

show

US /ʃoʊ/
UK /ʃoʊ/
"show" picture

Werkwoord

1.

tonen, laten zien

allow or cause to be visible

Voorbeeld:
•
He likes to show off his new car.
Hij pronkt graag met zijn nieuwe auto.
•
The map shows the location of the treasure.
De kaart toont de locatie van de schat.
Synoniem:
displayexhibitpresentrevealdemonstrate
2.

tonen, presenteren

offer for inspection or consideration

Voorbeeld:
•
Can you show me your passport?
Kunt u mij uw paspoort laten zien?
•
Please show your ticket at the entrance.
Gelieve uw ticket bij de ingang te tonen.
Synoniem:
presentofferproducesubmit
3.

leiden, wijzen

guide or conduct (someone) to a place

Voorbeeld:
•
Let me show you to your seat.
Laat me u naar uw plaats brengen.
•
The usher will show you the way.
De portier zal u de weg wijzen.
Synoniem:
guideleadconductescortdirect

Zelfstandig Naamwoord

1.

show, voorstelling

a theatrical performance or other public entertainment

Voorbeeld:
•
We went to see a magic show last night.
We zijn gisteravond naar een goochelshow geweest.
•
The fashion show featured the latest designs.
De modeshow toonde de nieuwste ontwerpen.
Synoniem:
performancedisplayexhibitionspectaclepresentation
2.

vertoning, schijn

an outward appearance or display

Voorbeeld:
•
He made a show of being busy.
Hij deed een vertoning van druk zijn.
•
It was all for show, not genuine.
Het was allemaal voor de show, niet echt.
Synoniem:
pretensefacadedisplayostentation
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
showingtalk showshow businessshow upshow aroundreality showgame show