fixed

US /fɪkst/
UK /fɪkst/
"fixed" picture
1.

vast, vastgemaakt

permanently in position and unable to be moved

:
The shelf is fixed to the wall.
De plank is vastgemaakt aan de muur.
He installed a fixed camera outside the house.
Hij installeerde een vaste camera buiten het huis.
2.

vast, bepaald

arranged or decided in advance; not subject to change

:
The meeting has a fixed agenda.
De vergadering heeft een vaste agenda.
The price is fixed and non-negotiable.
De prijs is vast en niet onderhandelbaar.
3.

gerepareerd, hersteld

repaired or mended

:
The broken chair has been fixed.
De kapotte stoel is gerepareerd.
My computer is finally fixed!
Mijn computer is eindelijk gerepareerd!
1.

repareren, herstellen

to repair or mend something

:
Can you fix my broken watch?
Kun je mijn kapotte horloge repareren?
They need to fix the leaky pipe.
Ze moeten de lekkende pijp repareren.
2.

bevestigen, vastzetten

to make something stable or secure

:
They used bolts to fix the machine to the floor.
Ze gebruikten bouten om de machine aan de vloer te bevestigen.
She tried to fix her gaze on the distant ship.
Ze probeerde haar blik op het verre schip te vestigen.
3.

bereiden, klaarmaken

to prepare food or drink

:
I'll fix us some coffee.
Ik zal wat koffie voor ons zetten.
She's in the kitchen fixing dinner.
Ze is in de keuken het avondeten aan het klaarmaken.