established
US /ɪˈstæb.lɪʃt/
UK /ɪˈstæb.lɪʃt/
1.
gevestigd, erkend
having been in existence for a long time and therefore recognized and generally accepted
:
•
The company is an established leader in the industry.
Het bedrijf is een gevestigde leider in de branche.
•
They follow established procedures for quality control.
Ze volgen gevestigde procedures voor kwaliteitscontrole.
2.
opgericht, vastgesteld
set up, founded, or brought into being
:
•
The new department was established last year.
De nieuwe afdeling werd vorig jaar opgericht.
•
The rules were established to ensure fairness.
De regels werden vastgesteld om eerlijkheid te garanderen.
1.
oprichten, vaststellen
to set up (an organization, system, or set of rules) on a firm or permanent basis
:
•
The committee was established to oversee the project.
De commissie werd opgericht om toezicht te houden op het project.
•
They need to establish clear guidelines for employees.
Ze moeten duidelijke richtlijnen voor werknemers vaststellen.
2.
vaststellen, bewijzen
to show (something) to be true or certain by presenting evidence
:
•
The police were able to establish his guilt.
De politie kon zijn schuld vaststellen.
•
We need to establish the facts before making a decision.
We moeten de feiten vaststellen voordat we een beslissing nemen.