attached
US /əˈtætʃt/
UK /əˈtætʃt/

1.
bijgevoegd, aangehecht
joined or connected to something
:
•
Please find the document attached to this email.
Gelieve het bijgevoegde document bij deze e-mail te vinden.
•
The small house has a garage attached.
Het kleine huis heeft een aangebouwde garage.
2.
gehecht, verbonden
feeling affection or fondness for someone or something
:
•
She is very attached to her grandparents.
Ze is erg gehecht aan haar grootouders.
•
He became deeply attached to the stray dog he rescued.
Hij raakte diep gehecht aan de zwerfhond die hij redde.