fixings
US /ˈfɪksɪŋz/
UK /ˈfɪksɪŋz/
1.
toevoegingen, ingrediënten, garnituren
the necessary ingredients or accompaniments for a meal
:
•
We're having roast chicken with all the fixings.
We eten gebraden kip met alle toevoegingen.
•
The burger comes with cheese, lettuce, and all the usual fixings.
De burger wordt geleverd met kaas, sla en alle gebruikelijke toevoegingen.
2.
bevestigingen, armaturen, accessoires
items of equipment or furniture
:
•
The house comes with all the necessary bathroom fixings.
Het huis wordt geleverd met alle benodigde badkameraccessoires.
•
We need to buy some new curtain fixings.
We moeten nieuwe gordijnbevestigingen kopen.