Betekenis van het woord rush in het Nederlands
Wat betekent rush in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
rush
US /rʌʃ/
UK /rʌʃ/

Werkwoord
1.
2.
haasten, versnellen
cause to move or act with urgent haste
Voorbeeld:
•
The doctor rushed the patient to the hospital.
De dokter haastte de patiënt naar het ziekenhuis.
•
They rushed the new product to market.
Ze haastten het nieuwe product naar de markt.
Synoniem:
Zelfstandig Naamwoord
1.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
gehaast, overhaast
done with urgent haste and without due care
Voorbeeld:
•
The report was a bit rush and contained some errors.
Het rapport was een beetje gehaast en bevatte enkele fouten.
•
It was a rush decision, and we regretted it later.
Het was een gehaaste beslissing, en we kregen er later spijt van.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: