accelerate

US /ekˈsel.ɚ.eɪt/
UK /ekˈsel.ɚ.eɪt/
"accelerate" picture
1.

versnellen

begin to move more quickly

:
The car began to accelerate as it entered the highway.
De auto begon te versnellen toen hij de snelweg opreed.
The runner tried to accelerate in the final stretch of the race.
De hardloper probeerde te versnellen in het laatste deel van de race.
2.

versnellen, bespoedigen

cause to happen sooner or more quickly

:
The new policy aims to accelerate economic growth.
Het nieuwe beleid is gericht op het versnellen van de economische groei.
Improved technology can accelerate the development of new medicines.
Verbeterde technologie kan de ontwikkeling van nieuwe medicijnen versnellen.