Betekenis van het woord produce in het Nederlands

Wat betekent produce in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

produce

US /prəˈduːs/
UK /prəˈduːs/
"produce" picture

Werkwoord

1.

produceren, vervaardigen

make or manufacture from components or raw materials

Voorbeeld:
The factory produces cars.
De fabriek produceert auto's.
This region produces a lot of wine.
Deze regio produceert veel wijn.
2.

opleveren, veroorzaken

cause (a particular result or situation) to happen or exist

Voorbeeld:
The new policy is expected to produce positive results.
Het nieuwe beleid zal naar verwachting positieve resultaten opleveren.
His efforts did not produce the desired outcome.
Zijn inspanningen leverden niet het gewenste resultaat op.
3.

presenteren, tonen

present (something) to an audience, public, or critics

Voorbeeld:
The director will produce a new play next month.
De regisseur zal volgende maand een nieuw toneelstuk produceren.
The magician produced a rabbit from his hat.
De goochelaar toverde een konijn uit zijn hoed.

Zelfstandig Naamwoord

1.

producten, landbouwproducten

agricultural and other natural products collectively

Voorbeeld:
The market sells fresh local produce.
De markt verkoopt verse lokale producten.
We need to buy more fresh produce for the week.
We moeten meer verse producten kopen voor de week.
Leer dit woord op Lingoland