Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord harvest in het Nederlands

Wat betekent harvest in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

harvest

US /ˈhɑːr.vəst/
UK /ˈhɑːr.vəst/
"harvest" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

oogst

the process or period of gathering in crops

Voorbeeld:
•
The harvest was abundant this year due to good weather.
De oogst was overvloedig dit jaar dankzij het goede weer.
•
Farmers are busy with the autumn harvest.
Boeren zijn druk bezig met de herfstoogst.
Synoniem:
cropyieldgatheringreapingpicking
2.

opbrengst, oogst

the amount of crops gathered

Voorbeeld:
•
We had a good harvest of corn this year.
We hadden dit jaar een goede oogst maïs.
•
The poor soil resulted in a small harvest.
De arme grond resulteerde in een kleine oogst.
Synoniem:
yieldcropproduceoutput

Werkwoord

1.

oogsten, binnenhalen

gather (a crop) as a harvest

Voorbeeld:
•
Farmers will harvest the wheat next month.
Boeren zullen de tarwe volgende maand oogsten.
•
It's time to harvest the grapes.
Het is tijd om de druiven te oogsten.
Synoniem:
reapgatherpickcollect
2.

oogsten, plukken

gain (something, especially a reward or benefit) as a result of one's actions or efforts

Voorbeeld:
•
They are now harvesting the benefits of their hard work.
Ze plukken nu de vruchten van hun harde werk.
•
The company hopes to harvest new ideas from the brainstorming session.
Het bedrijf hoopt nieuwe ideeën te oogsten uit de brainstormsessie.
Synoniem:
gainobtainacquirederivereap
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
harvest miteharvester antharvest fly