Betekenis van het woord fracture in het Nederlands
Wat betekent fracture in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
fracture
US /ˈfræk.tʃɚ/
UK /ˈfræk.tʃɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
2.
breuk, scheur
a crack or break in a bone or other hard material
Voorbeeld:
•
The doctor confirmed a hairline fracture in her wrist.
De dokter bevestigde een haarscheurtje in haar pols.
•
The engineer inspected the fracture in the bridge support.
De ingenieur inspecteerde de breuk in de brugsteun.
3.
breuk, scheiding
a division or split
Voorbeeld:
•
The scandal caused a deep fracture within the political party.
Het schandaal veroorzaakte een diepe breuk binnen de politieke partij.
•
There's a growing fracture between the two factions.
Er is een groeiende breuk tussen de twee facties.
Werkwoord
1.
2.
breken, splijten
divide or split (a society or organization)
Voorbeeld:
•
Disagreements threatened to fracture the alliance.
Meningsverschillen dreigden de alliantie te breken.
•
The new policy could fracture the community.
Het nieuwe beleid zou de gemeenschap kunnen breken.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: