fragment

US /ˈfræɡ.mənt/
UK /ˈfræɡ.mənt/
"fragment" picture
1.

fragment, stukje

a small part broken or separated off something

:
•
She found a fragment of pottery in the ruins.
Ze vond een fragment aardewerk in de ruïnes.
•
The mirror shattered into tiny fragments.
De spiegel versplinterde in kleine fragmenten.
:
piecepartsectionportionsegment
2.

fragment, onvolledig deel

an incomplete part of something

:
•
The novel was published as a fragment after the author's death.
De roman werd na de dood van de auteur als een fragment gepubliceerd.
•
We only have a few fragments of information about the incident.
We hebben slechts enkele fragmenten informatie over het incident.
:
excerptsnippetscrapbitpiece
1.

fragmenteren, uiteenvallen

break or cause to break into fragments

:
•
The impact caused the glass to fragment.
De impact zorgde ervoor dat het glas fragmenteerde.
•
The old empire began to fragment into smaller states.
Het oude rijk begon te fragmenteren in kleinere staten.
:
shattersplinterbreak updisintegratecrumble