Betekenis van het woord fissure in het Nederlands
Wat betekent fissure in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
fissure
US /ˈfɪʃ.ɚ/
UK /ˈfɪʃ.ɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
scheur, spleet, barst
a long, narrow opening or line of breakage made by cracking or splitting, especially in rock or earth.
Voorbeeld:
•
A deep fissure opened in the earth after the earthquake.
Een diepe scheur opende zich in de aarde na de aardbeving.
•
There was a small fissure in the rock face.
Er zat een kleine scheur in de rotswand.
2.
scheuring, verdeeldheid, breuk
a state of disunion; a schism.
Voorbeeld:
•
The disagreement caused a deep fissure within the political party.
Het meningsverschil veroorzaakte een diepe scheuring binnen de politieke partij.
•
The debate revealed a growing fissure between the two factions.
Het debat onthulde een groeiende scheuring tussen de twee facties.
Werkwoord
1.
scheuren, barsten, splijten
to split or crack (something) to form a long, narrow opening.
Voorbeeld:
•
The intense heat caused the rock to fissure.
De intense hitte zorgde ervoor dat de rots barstte.
•
The old wooden beam began to fissure under the weight.
De oude houten balk begon te scheuren onder het gewicht.
Leer dit woord op Lingoland