Betekenis van het woord face in het Nederlands

Wat betekent face in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

face

US /feɪs/
UK /feɪs/
"face" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

gezicht

the front part of a person's head from the forehead to the chin, or the front part of an animal's head

Voorbeeld:
She washed her face with cold water.
Ze waste haar gezicht met koud water.
The dog licked my face.
De hond likte mijn gezicht.
2.

wijzerplaat, wand, vlak

the most important or main side of something

Voorbeeld:
The clock has a clear face.
De klok heeft een duidelijke wijzerplaat.
The north face of the mountain was covered in snow.
De noordelijke wand van de berg was bedekt met sneeuw.

Werkwoord

1.

onder ogen zien, tegemoet treden

to confront or deal with (a difficult situation or person)

Voorbeeld:
You need to face your fears.
Je moet je angsten onder ogen zien.
We have to face the consequences of our actions.
We moeten de gevolgen van onze daden onder ogen zien.
2.

liggen, gericht zijn op

to have the front or main side in a particular direction

Voorbeeld:
The house faces south.
Het huis ligt op het zuiden.
She turned to face the audience.
Ze draaide zich om om het publiek tegemoet te treden.
Leer dit woord op Lingoland