Betekenis van het woord facing in het Nederlands

Wat betekent facing in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

facing

US /ˈfeɪ.sɪŋ/
UK /ˈfeɪ.sɪŋ/
"facing" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

bekleding, voering

a covering applied to a surface, especially for protection, reinforcement, or decoration

Voorbeeld:
The old building needed new brick facing.
Het oude gebouw had nieuwe bakstenen bekleding nodig.
The jacket has a leather facing on the collar.
De jas heeft een leren bekleding aan de kraag.

Werkwoord

1.

uitkijkend op, naar

being positioned with the front toward (someone or something)

Voorbeeld:
The house is facing the park.
Het huis kijkt uit op het park.
She was sitting facing the window.
Ze zat met haar gezicht naar het raam toe.
2.

confronteren, omgaan met

confronting or dealing with (a difficult situation or person)

Voorbeeld:
We are facing a serious challenge.
We staan voor een serieuze uitdaging.
She is facing her fears head-on.
Ze confronteert haar angsten rechtstreeks.
Leer dit woord op Lingoland