turn to
US /tɜːrn tə/
UK /tɜːrn tə/
1.
zich wenden tot, teruggrijpen op
to go to someone or something for help or advice
:
•
When she faced difficulties, she always turned to her family for support.
Toen ze moeilijkheden ondervond, wendde ze zich altijd tot haar familie voor steun.
•
Many people turn to online resources for information.
Veel mensen wenden zich tot online bronnen voor informatie.
2.
overgaan op, zich wenden tot
to start using or doing something, especially as a solution or alternative
:
•
After the failure of the first plan, they had to turn to a new strategy.
Na het mislukken van het eerste plan moesten ze overgaan op een nieuwe strategie.
•
Many people turn to vegetarianism for health reasons.
Veel mensen gaan over op vegetarisme om gezondheidsredenen.
3.
veranderen in, worden
to change into something different
:
•
The water turned to ice as the temperature dropped.
Het water veranderde in ijs toen de temperatuur daalde.
•
His joy quickly turned to sorrow.
Zijn vreugde veranderde snel in verdriet.