Betekenis van het woord call in het Nederlands
Wat betekent call in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
call
US /kɑːl/
UK /kɑːl/

Werkwoord
1.
roepen, schreeuwen
to shout or say something loudly to attract attention or make contact
Voorbeeld:
•
She had to call his name twice before he heard her.
Ze moest zijn naam twee keer roepen voordat hij haar hoorde.
•
The teacher called out the names of the students.
De leraar riep de namen van de studenten op.
2.
Zelfstandig Naamwoord
1.
bezoek, oproep
a brief visit or stop
Voorbeeld:
•
I'll pay a call on my grandmother this afternoon.
Ik breng vanmiddag een bezoekje aan mijn grootmoeder.
•
We made a quick call at the office before heading home.
We hebben een snelle stop gemaakt op kantoor voordat we naar huis gingen.
Synoniem:
2.
telefoontje, oproep
an act of telephoning someone
Voorbeeld:
•
I received a call from my sister this morning.
Ik kreeg vanmorgen een telefoontje van mijn zus.
•
Please give me a call when you arrive.
Geef me alsjeblieft een belletje als je aankomt.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: