call around
US /kɔːl əˈraʊnd/
UK /kɔːl əˈraʊnd/

1.
rondbellen, meerdere mensen bellen
to telephone several places or people
:
•
I need to call around to a few different stores to find this item.
Ik moet rondbellen naar een paar verschillende winkels om dit artikel te vinden.
•
She spent the morning calling around for a plumber.
Ze bracht de ochtend door met rondbellen voor een loodgieter.