Betekenis van het woord appointment in het Nederlands
Wat betekent appointment in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
appointment
US /əˈpɔɪnt.mənt/
UK /əˈpɔɪnt.mənt/

Zelfstandig Naamwoord
1.
afspraak
an arrangement to meet someone at a particular time and place
Voorbeeld:
•
I have a doctor's appointment at 3 PM.
Ik heb een doktersafspraak om 15.00 uur.
•
She made an appointment to see her lawyer.
Ze maakte een afspraak om haar advocaat te zien.
2.
benoeming, aanstelling
the act of officially choosing someone for a job or position
Voorbeeld:
•
His appointment as CEO was announced yesterday.
Zijn benoeming tot CEO werd gisteren aangekondigd.
•
The committee is responsible for the appointment of new staff.
De commissie is verantwoordelijk voor de benoeming van nieuw personeel.
3.
aanstelling, positie
a job or position that someone is given
Voorbeeld:
•
He accepted the appointment as head of the department.
Hij accepteerde de aanstelling als hoofd van de afdeling.
•
The new appointment will bring fresh perspectives.
De nieuwe aanstelling zal nieuwe perspectieven brengen.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: