Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord phone in het Nederlands

Wat betekent phone in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

phone

US /foʊn/
UK /foʊn/
"phone" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

telefoon

a telephone

Voorbeeld:
•
Can I use your phone to make a quick call?
Mag ik je telefoon gebruiken om snel te bellen?
•
My new smart phone has a great camera.
Mijn nieuwe smartphone heeft een geweldige camera.
Synoniem:
telephonemobilecellphonehandset

Werkwoord

1.

bellen, telefoneren

to contact someone by telephone

Voorbeeld:
•
I'll phone you later to discuss the details.
Ik bel je later om de details te bespreken.
•
She phoned her mother every day.
Ze belde haar moeder elke dag.
Synoniem:
callringdial
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
on the phonecellular phonephone numbercell phonephone boothmobile phonecar phone