bullet
US /ˈbʊl.ɪt/
UK /ˈbʊl.ɪt/
1.
kogel, projectiel
a small metal projectile, pointed or rounded, fired from a rifle, pistol, or machine gun
:
•
The detective found a spent bullet casing at the crime scene.
De detective vond een lege kogelhuls op de plaats delict.
•
The soldier loaded a fresh bullet into his rifle.
De soldaat laadde een verse kogel in zijn geweer.
2.
opsommingsteken, punt
a dot, typically a bold one, used to itemize a list
:
•
Please use bullets to list the main points of your presentation.
Gebruik opsommingstekens om de belangrijkste punten van uw presentatie op te sommen.
•
Each item in the recipe was preceded by a bullet.
Elk item in het recept werd voorafgegaan door een opsommingsteken.