Betekenis van het woord throw in het Nederlands

Wat betekent throw in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

throw

US /θroʊ/
UK /θroʊ/
"throw" picture

Werkwoord

1.

gooien, werpen

propel (something) with force through the air by a movement of the arm and shoulder

Voorbeeld:
He decided to throw the ball to his dog.
Hij besloot de bal naar zijn hond te gooien.
She can throw a javelin a long distance.
Ze kan een speer ver gooien.
2.

omverwerpen, verplaatsen

cause to fall or be displaced from a position

Voorbeeld:
The strong wind might throw the tree down.
De sterke wind kan de boom omverwerpen.
The explosion could throw debris for miles.
De explosie kon puin kilometers ver wegwerpen.
3.

werpen, richten

direct (a glance, remark, or question) at someone or something

Voorbeeld:
She decided to throw a quick glance at him.
Ze besloot hem een snelle blik toe te werpen.
He would often throw sarcastic comments during meetings.
Hij wilde vaak sarcastische opmerkingen maken tijdens vergaderingen.
4.

gooien, snel plaatsen

move or put (something) quickly or carelessly into a specified place or position

Voorbeeld:
Just throw your coat on the bed.
Gooi je jas gewoon op bed.
He threw his hands up in despair.
Hij gooide zijn handen in wanhoop omhoog.
5.

neergooien, omverwerpen

cause (a person or animal) to fall to the ground

Voorbeeld:
The horse suddenly bucked and threw its rider.
Het paard steigerde plotseling en wierp zijn ruiter af.
The wrestler managed to throw his opponent to the mat.
De worstelaar slaagde erin zijn tegenstander op de mat te gooien.
6.

organiseren, geven

host or organize (a party)

Voorbeeld:
They are planning to throw a big party for their anniversary.
Ze zijn van plan een groot feest te geven voor hun jubileum.
Let's throw a surprise birthday party for him.
Laten we een verrassingsverjaardagsfeestje voor hem organiseren.

Zelfstandig Naamwoord

1.

worp, gooi

an act of throwing something

Voorbeeld:
He made a good throw to first base.
Hij maakte een goede worp naar het eerste honk.
The pitcher's last throw was a curveball.
De laatste worp van de werper was een curveball.
2.

plaid, sprei

a piece of fabric used to cover or decorate a bed, sofa, or chair

Voorbeeld:
She draped a soft wool throw over the armchair.
Ze drapeerde een zachte wollen plaid over de fauteuil.
The sofa was covered with a decorative throw.
De bank was bedekt met een decoratieve plaid.
Leer dit woord op Lingoland