dump
US /dʌmp/
UK /dʌmp/
1.
stortplaats, vuilnisbelt
a place where waste materials are left
:
•
The city's landfill is a huge garbage dump.
De stortplaats van de stad is een enorme vuilnisbelt.
•
They decided to take the old furniture to the dump.
Ze besloten de oude meubels naar de stortplaats te brengen.
1.
dumpen, storten
to deposit or throw out (rubbish or waste) in a careless or untidy way
:
•
Please don't dump your trash on the street.
Gelieve uw afval niet op straat te dumpen.
•
The company was fined for illegally dumping toxic waste.
Het bedrijf kreeg een boete voor het illegaal dumpen van giftig afval.
2.
dumpen, verlaten
to suddenly end a relationship with (someone)
:
•
She decided to dump her boyfriend after finding out he cheated.
Ze besloot haar vriend te dumpen nadat ze erachter kwam dat hij vreemdging.
•
He was completely shocked when she suddenly dumped him.
Hij was volledig geschokt toen ze hem plotseling dumpte.
3.
dumpen, overzetten
to send (data) from one place to another, especially to a storage device or printer
:
•
I need to dump these files onto an external hard drive.
Ik moet deze bestanden naar een externe harde schijf dumpen.
•
The system automatically dumps log data every night.
Het systeem dumpt automatisch loggegevens elke nacht.