knock down

US /nɑːk daʊn/
UK /nɑːk daʊn/
"knock down" picture
1.

neerslaan, omverwerpen

to hit someone or something so that they fall to the ground

:
The boxer managed to knock down his opponent in the first round.
De bokser wist zijn tegenstander in de eerste ronde neer te slaan.
The strong wind threatened to knock down the old tree.
De sterke wind dreigde de oude boom omver te blazen.
2.

verlagen, afprijzen

to reduce the price of something

:
The store decided to knock down prices on all winter clothing.
De winkel besloot de prijzen van alle winterkleding te verlagen.
Can you knock down the price a bit for me?
Kun je de prijs een beetje voor me verlagen?