overturn
US /ˌoʊ.vɚˈtɝːn/
UK /ˌoʊ.vɚˈtɝːn/

1.
2.
vernietigen, ongedaan maken, herroepen
reverse a decision or verdict
:
•
The court decided to overturn the previous ruling.
De rechtbank besloot de vorige uitspraak te vernietigen.
•
There is a strong movement to overturn the new law.
Er is een sterke beweging om de nieuwe wet te vernietigen.