rate

US /reɪt/
UK /reɪt/
"rate" picture
1.

tarief, snelheid, percentage

a measure, quantity, or frequency, typically one measured against another quantity or standard

:
•
The unemployment rate has decreased this quarter.
De werkloosheidsgraad is dit kwartaal gedaald.
•
The car was traveling at a high rate of speed.
De auto reed met een hoge snelheid.
:
ratioproportionpercentageleveldegree
2.

tarief, koers

a charge or payment fixed according to a moving scale or a standard

:
•
What's the current exchange rate?
Wat is de huidige wisselkoers?
•
The hotel offers a special nightly rate for long stays.
Het hotel biedt een speciaal nachttarief voor lange verblijven.
:
chargefeepricecosttariff
1.

beoordelen, schatten

assess the worth or quality of (something)

:
•
How would you rate his performance?
Hoe zou je zijn prestaties beoordelen?
•
I rate him as one of the best players.
Ik beschouw hem als een van de beste spelers.
:
evaluateassessjudgeappraiserank
2.

inschatten, waarderen

consider (something) to be of a certain quality or standard

:
•
I don't rate his chances of winning.
Ik schat zijn winstkansen niet hoog in.
•
She's highly rated by her colleagues.
Ze wordt hoog ingeschat door haar collega's.
:
considerdeemregardjudgeview
:
ratingratingsinterest rateconversion rateexchange raterack rateunemployment rate