price

US /praɪs/
UK /praɪs/
"price" picture
1.

prijs, kosten

the amount of money expected, required, or given in payment for something

:
•
The price of the car is too high for me.
De prijs van de auto is te hoog voor mij.
•
What's the price of this item?
Wat is de prijs van dit artikel?
:
costchargefeeratevalue
2.

prijs, gevolg, kosten

the unpleasant consequences that one must accept for a particular action or situation

:
•
He paid the ultimate price for his betrayal.
Hij betaalde de ultieme prijs voor zijn verraad.
•
Freedom comes at a price.
Vrijheid heeft een prijs.
:
consequencepenaltycostsacrificerepercussion
1.

prijzen, waarderen, een prijs bepalen

to set a price for something

:
•
The company decided to price their new product competitively.
Het bedrijf besloot hun nieuwe product concurrerend te prijzen.
•
How do you price your services?
Hoe prijs je je diensten?
:
valuecostratechargeassess
:
at a priceprice taghalf-priceroad pricingstarting priceprice leaderprice war