percentage
US /pɚˈsen.t̬ɪdʒ/
UK /pɚˈsen.t̬ɪdʒ/

1.
percentage
a rate, number, or amount in each hundred
:
•
A high percentage of students passed the exam.
Een hoog percentage studenten slaagde voor het examen.
•
What percentage of the population is vaccinated?
Welk percentage van de bevolking is gevaccineerd?
2.
percentage, aandeel
a share of profits or earnings
:
•
He gets a small percentage of every sale.
Hij krijgt een klein percentage van elke verkoop.
•
The agent takes a percentage of the artist's earnings.
De agent neemt een percentage van de inkomsten van de artiest.