assess

US /əˈses/
UK /əˈses/
"assess" picture
1.

beoordelen, inschatten

evaluate or estimate the nature, ability, or quality of

:
•
The committee will assess the damage caused by the storm.
De commissie zal de schade veroorzaakt door de storm beoordelen.
•
It's difficult to assess the impact of these changes.
Het is moeilijk om de impact van deze veranderingen te beoordelen.
:
evaluatejudgegaugerateappraise
2.

vaststellen, opleggen

set the amount of (a tax, fine, or other payment) to be paid

:
•
The property was assessed for tax purposes.
Het pand werd getaxeerd voor belastingdoeleinden.
•
The court assessed a fine of $500.
De rechtbank legde een boete van $500 op.
:
levyimposechargefixset
:
assessmentrisk assessmentassessment center