pass on

US /pæs ɑːn/
UK /pæs ɑːn/
"pass on" picture
1.

doorgeven, overdragen

to give something to someone else after you have received it or used it

:
•
Please pass on this message to your colleagues.
Gelieve dit bericht door te geven aan uw collega's.
•
She decided to pass on her old clothes to her younger sister.
Ze besloot haar oude kleren door te geven aan haar jongere zus.
:
relayconveyhand overtransmitcommunicate
2.

overlijden, heengaan

to die

:
•
His grandmother passed on peacefully in her sleep.
Zijn grootmoeder is vredig overleden in haar slaap.
•
We were sad to hear that the old dog had finally passed on.
We waren bedroefd te horen dat de oude hond eindelijk overleden was.
:
dieperishexpiredeceasepass away
3.

afwijzen, voorbij laten gaan

to decline or refuse an offer or opportunity

:
•
I had to pass on the invitation to the party because I was busy.
Ik moest de uitnodiging voor het feest afwijzen omdat ik het druk had.
•
They decided to pass on the opportunity to invest in the new startup.
Ze besloten de kans om in de nieuwe startup te investeren af te wijzen.
:
declinerefuseforgoskipwaive
:
passpassingpass bypass forboarding passpass outpass away