convey
US /kənˈveɪ/
UK /kənˈveɪ/

1.
2.
overbrengen, uitdrukken
to make (an idea, impression, or feeling) known or understandable to someone
:
•
He tried to convey his feelings through a letter.
Hij probeerde zijn gevoelens over te brengen via een brief.
•
Her expression conveyed a sense of sadness.
Haar uitdrukking bracht een gevoel van verdriet over.