grow into
US /ɡroʊ ˈɪntuː/
UK /ɡroʊ ˈɪntuː/
1.
uitgroeien tot, zich ontwikkelen tot
to develop into a particular type of person or thing
:
•
She will grow into a beautiful young woman.
Ze zal uitgroeien tot een mooie jonge vrouw.
•
The small business grew into a large corporation.
Het kleine bedrijf groeide uit tot een grote onderneming.
2.
in iets groeien, passen in
to become large enough to fit into clothes that were previously too big
:
•
He'll soon grow into those shoes.
Hij zal snel in die schoenen groeien.
•
Don't worry, your son will grow into that coat.
Maak je geen zorgen, je zoon zal in die jas groeien.