mature

US /məˈtʃʊr/
UK /məˈtʃʊr/
"mature" picture
1.

volwassen, rijp

fully developed physically; grown-up

:
She is very mature for her age.
Ze is erg volwassen voor haar leeftijd.
The fruit is not yet mature enough to pick.
Het fruit is nog niet rijp genoeg om te plukken.
2.

volwassen, rijp

(of a person) having reached a stage of mental or emotional development appropriate to their age or status

:
He showed a very mature attitude towards the problem.
Hij toonde een zeer volwassen houding ten opzichte van het probleem.
It takes time to develop a truly mature understanding of life.
Het kost tijd om een werkelijk volwassen begrip van het leven te ontwikkelen.
1.

rijpen, volwassen worden

to become fully developed or ripe

:
The grapes need more time to mature.
De druiven hebben meer tijd nodig om te rijpen.
As children mature, their interests change.
Naarmate kinderen volwassen worden, veranderen hun interesses.
2.

vervallen, rijpen

(of a financial product, such as a bond or insurance policy) to reach the end of its term and become payable

:
The bond will mature in five years.
De obligatie zal over vijf jaar vervallen.
Her investment portfolio is designed to mature over a long period.
Haar beleggingsportefeuille is ontworpen om over een lange periode te rijpen.