Betekenis van het woord force in het Nederlands

Wat betekent force in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

force

US /fɔːrs/
UK /fɔːrs/
"force" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

kracht, energie

strength or energy as an attribute of physical action or movement

Voorbeeld:
He pushed the door with great force.
Hij duwde de deur met grote kracht.
The wind blew with tremendous force.
De wind waaide met enorme kracht.
2.

geweld, dwang

coercion or compulsion, especially with the use or threat of violence

Voorbeeld:
The police used force to disperse the crowd.
De politie gebruikte geweld om de menigte uiteen te drijven.
He was removed from the premises by force.
Hij werd met geweld van het terrein verwijderd.
3.

macht, strijdkrachten, eenheid

a group of people organized for a particular purpose, especially military or police

Voorbeeld:
The armed forces are ready for deployment.
De gewapende strijdkrachten zijn klaar voor inzet.
He joined the police force last year.
Hij trad vorig jaar toe tot de politiemacht.

Werkwoord

1.

dwingen, forceren

make (someone) do something by means of physical power or influence

Voorbeeld:
They had to force the door open.
Ze moesten de deur forceren om open te krijgen.
He was forced to resign from his position.
Hij werd gedwongen zijn functie neer te leggen.
Leer dit woord op Lingoland