body

US /ˈbɑː.di/
UK /ˈbɑː.di/
"body" picture
1.

lichaam

the entire physical structure of a human being or an animal

:
•
The human body is a complex system.
Het menselijk lichaam is een complex systeem.
•
She covered her body with a blanket.
Ze bedekte haar lichaam met een deken.
:
physiquefigureformframebuild
2.

hoofdgedeelte, carrosserie

the main part of a structure or object

:
•
The main body of the report is quite detailed.
Het hoofdgedeelte van het rapport is vrij gedetailleerd.
•
The car's body was badly damaged in the accident.
De carrosserie van de auto raakte zwaar beschadigd bij het ongeluk.
:
main partbulkmassstructureframe
3.

verzameling, hoeveelheid

a collection of facts, information, or evidence

:
•
The research produced a large body of data.
Het onderzoek leverde een grote hoeveelheid gegevens op.
•
There is a growing body of evidence to support the theory.
Er is een groeiende hoeveelheid bewijs om de theorie te ondersteunen.
:
collectionmassvolumecorpusamount
:
in a bodycelestial bodyciliary bodybody languagebody odorbody shamingfull-bodied