Betekenis van het woord unit in het Nederlands
Wat betekent unit in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
unit
US /ˈjuː.nɪt/
UK /ˈjuː.nɪt/

Zelfstandig Naamwoord
1.
eenheid, individu
a single thing or person regarded as an individual, independent member of a group or whole
Voorbeeld:
•
Each unit in the apartment complex has its own balcony.
Elke eenheid in het appartementencomplex heeft een eigen balkon.
•
The family functions as a single economic unit.
Het gezin functioneert als één economische eenheid.
2.
eenheid, maatstaf
a quantity chosen as a standard in terms of which other quantities may be expressed
Voorbeeld:
•
The meter is a standard unit of length.
De meter is een standaard eenheid van lengte.
•
Temperature is measured in degrees Celsius, a common unit.
Temperatuur wordt gemeten in graden Celsius, een veelvoorkomende eenheid.
3.
eenheid, afdeling
a small group of people or a specialized part of a larger organization working together
Voorbeeld:
•
The special forces unit conducted a covert operation.
De speciale eenheden eenheid voerde een geheime operatie uit.
•
He was transferred to a different unit within the company.
Hij werd overgeplaatst naar een andere afdeling binnen het bedrijf.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland