Betekenis van het woord count in het Nederlands

Wat betekent count in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

count

US /kaʊnt/
UK /kaʊnt/
"count" picture

Werkwoord

1.

tellen

determine the total number of a collection of items

Voorbeeld:
Can you count how many apples are in the basket?
Kun je tellen hoeveel appels er in de mand liggen?
The children learned to count from one to ten.
De kinderen leerden tellen van één tot tien.
2.

meetellen, inclusief zijn

take into account; include

Voorbeeld:
Don't forget to count me in for the trip.
Vergeet niet mij mee te tellen voor de reis.
Every vote will count in the election.
Elke stem zal tellen bij de verkiezingen.

Zelfstandig Naamwoord

1.

telling, aantal

the act of counting

Voorbeeld:
The teacher asked for a quick count of the students present.
De leraar vroeg om een snelle telling van de aanwezige studenten.
We need to get an accurate count of the inventory.
We moeten een nauwkeurige telling van de inventaris krijgen.
2.

aanklacht, punt

a point or charge in an indictment or legal declaration

Voorbeeld:
He was found guilty on two counts of fraud.
Hij werd schuldig bevonden op twee aanklachten van fraude.
The prosecution added another count to the indictment.
Het openbaar ministerie voegde nog een aanklacht toe aan de aanklacht.
Leer dit woord op Lingoland