count on

US /kaʊnt ɑːn/
UK /kaʊnt ɑːn/
"count on" picture
1.

rekenen op, vertrouwen op

to rely on or trust someone or something

:
You can always count on me for support.
Je kunt altijd op mij rekenen voor steun.
Don't count on him to be on time; he's always late.
Reken er niet op dat hij op tijd is; hij is altijd te laat.