count in
US /kaʊnt ɪn/
UK /kaʊnt ɪn/

1.
meetellen, inclusief maken
to include someone or something in a group or activity
:
•
Don't forget to count in Sarah for the team meeting.
Vergeet niet Sarah mee te tellen voor de teamvergadering.
•
If you're going to the concert, you can count me in!
Als je naar het concert gaat, kun je mij meetellen!